Rob had in eerste wedstrijdverslag nog Volgass in de titel staan. Daarvan was vanavond geen sprake; de speelzaal geheel onverwarmd. Onze lichaamswarmte zou deze avond de enige warmtebron zijn. Je denkt eerst dat de Ommelanden het gas niet met roebels wilde betalen of aan een slechte 1 april grap, maar later bleek gewoon de verwarmingsinstallatie defect. (Of dit een geleasde ketel van Gasprom betreft dat is niet bekend). Sjoerd merkte terloops op dat wanneer je maar genoeg betaalt alles op tijd gerepareerd wordt. Wel in de mechanische context uiteraard, relatie-therapie valt daar buiten.
Van een warm onthaal was dus geen sprake. Wat ook niet meezat waren de festiviteiten in het café. Er waren beslist geen nobelprijswinnaars aanwezig op dat feest. Het gespreksniveau op de toiletten zakte door een ondergrens: vergeleken daarbij zijn de teksten van Frans Bauer literair te noemen.
Inmiddels was de tegenstander gearriveerd. Nog net geen condens uitademend werden de stellingen betrokken en kon de ongewapende confrontatie beginnen. Of zoals Vladje zou zeggen: “de speciale operatie”.
Wanneer je weet dat je verslag moet doen, dan lever je een kleine dertig elopunten in, omdat je ook een beetje de andere borden in de gaten moet houden, het zij zo. Het verslag is uiteraard een interpretatie van de werkelijkheid, en die begon voor mij bij binnenkomst: gevolgd door anderhalf uur uitsluitend mijn eigen partij, en daarna een rondgang langs de overgebleven borden.
Mijn tegenstandster was een meisje van nog geen veertien jaar die luisterde naar de naam Fleur. Nou ik fleurde niet echt op van mijn partij: in de opening maakte ik op zet vijf al een verkeerde keuze; een offer op f7. Je hebt op f7 twee verschillende soorten offers: goede en slechte…. Terwijl ik mijn zet aan het overwegen was, ving ik een gesprek op bij het herentoilet -dat was niet te missen- over plastechnieken. Dat je last kunt hebben van een sproeikop. En dat moet ook mijn tegenstander een verfrissend inzicht hebben verschaft op de wispelturigheid van de mannelijke urinestraal. Het was ook wel te ruiken dat een bepaald percentage zijn route naar de afvoer niet had weten te vinden; alle zintuigen werden deze avond geprikkeld.
Na mijn noodlottige keuze kwam gelukkig de meest kritische variant niet op het bord en werd remise door zetherhaling een feit.
Wiely had zijn partij met een fraaie matdreiging weten te winnen. Uiteraard betrof het niet zijn ambities betreffende zijn haardracht maar de afronding op het schaakbord. Onderstaande stelling is over en uit:
Eric had zijn partij vakkundig gewonnen door met zijn twee torens en dame de open c-lijn te bezetten. Na een fraai offer had Eric het loperpaar tegen een toren en pluspionnen en bespaarde zijn opponent zichzelf een lijdensweg door te capituleren. Sjoerd had remise gespeeld in een partij waar hij ook een pion had kunnen winnen in de volgende stelling (zwart aam zet).
Stefan penetreerde met zijn koning diep in de zwarte stelling, en deze actieve koning bezorgde hem ook de winst in het eindspel: 4 -1. Wet weten uit ervaring dat je nu niet moet verslappen.
Dat verslappen deed juist de tegenstander van John R., en dat was Niels (onze Niels kwam nog even poolshoogte nemen; Afligem nippend). De naam van de Doetinchemer was ook te lezen op zijn schaaktrui: een enorme koning, een King of Chess tafereel. Dergelijke sweaters tref je bij Amerikaanse honkballers doorgaans aan. In een kort gesprekje -na zijn partij- waarin ik hem becomplimenteerde met dit kledingstuk grapten we dat een gouden ketting of tand ook niet had misstaan.
Niels stond ondanks een pion achterstand op remise; had een hele interessante aanpak in de Schotse partij waarbij hij op ingenieuze manier een eindspel met ongelijke lopers was terecht gekomen. Er was maar één zet die op slag zou verliezen, welke ook door de Chess King werd gespeeld.
Ondertussen was Rob op het 8e bord bezig om zijn positie te redden, want hij was behoorlijk gehavend uit het middenspel gekomen. Hij beschikte over een toren, zijn tegenstander over twee stukken. En nadat er wat pionnen waren opgegeten bleek promotie door Rob niet te voorkomen en wist Doetinchem toch nog de eer te redden. Wanneer je verliest is het de kunst dit niet op een beslissend moment voor het team te doen, Rob verstaat deze als geen ander. Kudos dus voor Rob.
John vG was ook nog bezig, en had een veelbelovende positie. Kreeg remise aangeboden, sloeg dit af om vervolgens zelf remise aan te bieden na een misrekening in de tijdnoodfase. Dat werd door zijn tegenstander afgeslagen die twee zetten later blunderde en verloor; de tragiek van het geweigerde aanbod. Niet lang daarna verplaatsen wij ons naar de toog, waar het bier -in tegenstelling tot het water in de verwarmingsbuizen- wel goed doorstroomde. Coen, de café-eigenaar, trakteerde ons op een schaal warme hapjes als goedmakertje voor deze koude avond.
Nu moeten wij uiteraard de klus gaan klaren tegen UVS in een thuiswedstrijd. Hoewel wij wat speelsterkte betreft zwaar favoriet zijn, zal UVS vrijuit kunnen spelen en dat is niet te onderschatten. Evengoed: op naar de eindronde, daar gaan mooie dingen gebeuren!
Wees de eerste om reactie te geven